Er zijn nog geen producten in jouw winkelwagen geplaatst.
Voorkom deze 12 Fouten bij het Aansluiten van Zonnepanelen op een GroepenKast
Je hoeft de krant maar open te slaan en je leest het steeds vaker: "Steeds meer branden door zonnepanelen". De oorzaak is vaak de slechte kwaliteit van de installatie van de panelen.
Volgens Dennis Rutten van Schneider Electric, een grote Europese Fabrikant van Elektrische componenten, had veel voorkomen kunnen worden door met de juiste kennis van zaken de zonnepanelen te monteren en aan te sluiten op de GroepenKast.Door op 12 mogelijke fouten te letten bij de installatie kunnen veel installatie fouten voorkomen worden.
12 meest gemaakt fouten bij het aansluiten van Zonnepalen op een GroepenKast
Meer artikelen over het installeren van zonnepanelen op groepenkasten
Maximum Power Point Tracking
Voordat we verder ingaan op het voorkomen van de meest gemaakte fouten, eerst nog wat achtergrond informatie over de zonnepanelen en de gebruikte termen.Elk zonnepaneel (ook wel PV-paneel genoemd), is een module welke bestaat uit meerdere cellen. Een enkele cel wekt een kleine stroom en spanning op. Daarom worden meerdere cellen samengevoegd om vermogen te produceren.
In een paneel worden deze cellen onderling verbonden en wordt dit een module. Per module gelden de volgende parameters/termen bij standaard condities (stc = instraling van 1000 W/m2, AM 1,5g, cel temperatuur 25 graden, horizontaal gelegd):
- Het piekvermogen (Wp)
- Het maximum vermogen spanning Vmp (V)
- Het maximum vermogen stroom Imp (A)
- De open kring spanning Voc (V)
- De kortsluitstroom Isc (A)
De MPP omvormer heeft een speciale regeling en deze regeling zoekt gedurende de hele dag de meest optimale opbrengst door het Maximum Power Point (MPP) van de zonnepanelen te bepalen. Dit noemen we MPPT, oftewel Maximum Power Point Tracking. Het MPP varieert onder invloed van temperatuur en zon instraling.
- Meer zon instraling VERHOOGT het opgewekte vermogen van de cel
- Een hogere temperatuur VERLAAGT het opgewekte vermogen van de cel
12 meest gemaakt fouten bij het aansluiten van Zonnepalen op een GroepenKast
- Geen rekening houden met temperatuur, installatiemethode en naastliggende kabels
- Eenzijdig een overspanningsbeveiliging toepassen
- Niet beveiligen tegen overstroom
- Geen rekening houden met verliezen in leidingen AC en DC
- De markering in de meterkast niet aanbrengen
- Verkeerde keuze van elektrische verbindingen
- Zonder meer een klasse A aardlekbeveiliging toepassen
- Een inductielus maken
- Eenzijdig schakelen en scheiden
- Geen potentiaal vereffening toepassen
- Consequent geen aardlekbeveiliging plaatsen in de groepenkast
- Geen rekening houden met de totale stroom in de groepenkast
1. Geen rekening houden met temperatuur, installatiemethode en naastliggende kabels
NEN1010:2015 artikel 523.1: De stroom die een geleider continue voert tijdens normaal bedrijf, mag geen temperatuur veroorzaken waardoor de hoogst toelaatbare waarden voor de isolatie wordt overschreden. Daarom moet altijd de correctiefactor bepaald worden voor de toe te passen kabel.
Voorbeeld Eldra ELDSOLAR-XF:
- 4mm2 - Iz = 55A bij 60 graden
- Een zonnepaneel (en meestal ook de bedrading) kan ongeveer 70 graden worden. Dit geeft een correctie van 0,92 (tabel 52.B.14 EPR) Dit geeft maximaal een belasting van 55A x 0,92 = 50,6A
- Stel installatiemethode in draadgoot (32), dit refereert naar basismethode F en draden gebundeld (tabel 52.B.17) met bijvoorbeeld 20 stroomketens. Dit geeft een correctiefactor van 0,38. De belastbaarheid wordt dan 55A x 0,92 x 0,38 = 19A.
2. Eenzijdig een overspanningsbeveiliging toepassen
NEN1010:2015 artikel 712.420.4: Veiligheid van het PV-systeem.
- Er moet rekening worden gehouden met nationale of plaatselijke brandveiligheidsvoorschriften
- Zie o.a. de eisen in het bouwbesluit
- Indien volgens 443 overspanningsbeveiling nodig is, dan ook aan DC zijde toepassen
3. Niet beveiligen tegen overstroom en kortsluitstroom
NEN1010:2015 artikel 712.43 beveiliging tegen overstroom
712.433.8 Beveiligen van de PV-AC voedingsleiding. Bij de toegekende stroom van het beveiligingstoestel tegen overstroom voor de AC voedingsleiding moet rekening worden gehouden met de ontwerpstroom van de omzetter. Hierbij ga je uit van de maximale wisselstroom volgens de opgaaf van de fabrikant, of als deze niet bekend is 1,1x de wisselstroom van de omzetter.
712.434.6 Beveiligen tegen kortsluitstroom. De PV-AC voedingsleiding moet zijn beveiligd tegen kortsluitstromen door een toestel voor overstroombeveiliging dat is aangebracht bij de aansluiting aan de daartoe bestemde verdeelinrichting van de elektrische installatie.
4. Geen rekening houden met verliezen in leidingen AC en DC
De verliezen in de leidingen voor wisselstroom en gelijkstroom zijn niet gelijk. Als voorbeeld een 3000W omvormer:
- Iac = 13A bij 230Vac --> 2,5 mm2
- Idc = 8A bij 400Vdc --> 4 mm2
5. De markering in de meterkast niet aanbrengen
NEN1010:2015 artikel 712.514.6 Om veiligheidsredenen voor de verschillende betrokkenen, zoals:
- Onderhoudspersoneel
- Inspecteurs
- Netbeheerders
- Hulpdiensten
- Etc.
Een markering zoals hierboven moet worden aangebracht:
- Bij het voedingspunt (van het openbare net) van de elektrische installatie
- Bij de elektriciteitsmeter, indien deze zich niet bij het voedingspunt bevindt
- Bij de verbruikende eenheid of de groepenkast waarop de omvormer is aangesloten
6. Verkeerde keuze van elektrische verbindingen
NEN1010:2015 artikel 712.526 Elektrische verbindingen.
- Elke combinatie van steker en contrasteker moet elektrisch en mechanisch bij elkaar passen en geschikt zijn voor de omgeving waarin deze wordt gebruikt
- Het combineren van stekers en contrastekers van verschillende fabrikaten is alleen toegestaan als beide fabrikanten deze combinatie toestaan
- Opmerking 1: Het wordt aanbevolen dat elke combinatie van steker en contrasteker van hetzelfde fabrikaat is
- Opmerking 2: Een (brand)gevaarlijke verbinding wordt niet voorkomen doordat beide connectoren beide aan de norm NEN-EN-IEC 62852 voldoen
7. Zonder meer een klasse A aardlekbeveiliging toepassen
NEN1010:2015 Toestellen voor aardlekbeveiliging
Waar een toestel voor aardlekbeveiliging wordt gebruikt voor de beveiliging van de PV-AC zijde van de zonnepaneel-installatie, moet een aardlekbeveiliging van het type B volgens NEN-EN-IEC 62423 worden toegepast, tenzij:
- De omvormer voorziet in een enkelvoudige scheiding tussen de AC en de DC zijde
- De installatie ten minste voorziet in een enkelvoudige scheiding tussen de omvormer en het toestel voor aardlekbeveiliging door middel van gescheiden wikkelingen van een transformator, of
- De omvormer volgens een verklaring van de fabrikant geen toestel voor aardlekbeveiliging van het type B nodig heeft
- Opmerking: in de praktijk geeft de fabrikant vaak aan dat het toestel geen aardlekbeveiliging type B nodig heeft. Je kunt dan een Type A toepassen als blijkt dat een aardlekbeveiliging nodig is.
8. Een inductielus maken
Om een inductielus te voorkomen wordt aangeraden om de DC+ en de DC- geleiders dichtbij en parallel aan elkaar te laten lopen om elektromagnetische inductie in het PV systeem te beperken. De inductielus kan storingen geven aan andere (beveilings-) apparatuur. En kan zorgen voor een slechte ontvangst van bijvoorbeeld de radio of de mobiele telefoon.
9. Eenzijdig schakelen en scheiden
NEN1010:2015 artikel 712.536 Schakelen en scheiden
- Om veilig onderhoud aan en vervanging van de omvormer mogelijk te maken, moeten voorzieningen aanwezig zijn om de PV omvormer te scheiden van de AC-zijde en DC-zijde
- Aan de DC-zijde van de omvormer moet een lastscheider zijn aangebracht, of een installatieautomaat die geschikt is om als scheider te fungeren
- Wij adviseren altijd een externe lastscheider in verband met het veilig installeren van de omvormer
10. Geen potentiaal vereffening toepassen
NEN1010:2015 artikel 712.54 Aardingsvoorzieningen
- Potentiaalvereffening van metalen frames in een PV-systeem
- Waar potentiaalvereffening nodig is, moeten de metalen frames waaraan de PV-panelen zijn bevestigd, met inbegrip van de metalen kabeldraagsystemen, worden vereffend
- De vereffeningsleiding moet worden aangesloten op een geschikt aardingsaansluitpunt
- Opmerking: aansluitpunten van een bliksembeveilingsinstallatie wordt hiervoor niet geschikt geacht
- Waar aluminium frames worden gebruikt, moeten daarvoor geschikte aansluitmaterialen worden gebruikt om een goede vereffening van alle metalen delen te verkrijgen
- Opmerking: de vereffeningsleiding begrentst de ontladingseffecten van elektrostatische ladingen
11. Consequent geen aardlekbeveiliging plaatsen in de groepenkast
De aardlekschakelaar voor een PV installatie is niet verplicht, mits er aan de NEN1010 voor bijvoorbeeld de uitschakeltijden van de installatie wordt voldaan.
In de praktijk wordt de berekening en het onderzoek naar de uitschakeltijden niet gedaan en wordt "gemakshalve" een aardlekbeveiling geplaatst. Dus als er geen aardlekbeveiling wordt geplaatst moet dit onderbouwd en gedocumenteerd zijn. Het niet toepassen van een aardlekbeveiling waardoor de uitschakeltijd niet wordt gehaald, kan tot ongewenste situatie leiden.
Ons advies is dan ook om voor de zonnepanelen groep standaard een aardlekbeveiling te plaatsen. Het gemakkelijkst is een aardlekautomaat, dit is een installatieautomaat en aardlekschakelaar in 1 behuizing.
12. Geen rekening houden met de totale stroom in de groepenkast
In de praktijk worden zonnepaneel installaties vaak aangesloten zonder rekening te houden met het optellen van de vermogens van het energiebedrijf en van de PV installatie.
Stel dat de aansluiting van het energiebedrijf een 1 fase aansluiting is van 40A. En de zonnepanelen leveren 13A. Dan kan er een totale stroom lopen van 40A + 13A = 53A. Echter de aardlekschakelaars en het railsysteem (of bedrading) is in groepenkasten voor woningen standaard geschikt voor 40A. Dit betekent dat er een situatie kan ontstaan waarbij de stroom 33% meer is dan toelaatbaar en veilig is.
Je kunt dit bijvoorbeeld oplossen door het railsysteem (of bedrading) te verzwaren, echter dit is een relatief dure oplossing.
Het is goedkoper om in de groepenkast een extra automaat te plaatsen van 40A tussen de voeding (energiebedrijf en zonnepanelen) en de installatie. Zie onderstaand schema.
Met deze oplossing kun je volstaan met een extra 1 polige installatieautomaat van 40A voor een 1 fase aansluiting, of drie stuks voor een 3 fase aansluiting. De nul hoeft immers niet geschakeld te worden omdat de automaat alleen maar dient voor het begrenzen van de maximale stroom in de groepenkast.
Klik hier voor de installatieautomaat van 40A: InstallatieAutomaat 40A
Meer artikelen over het installeren van zonnepanelen op groepenkasten
Lees het artikel: Hoe sluit ik zonnepanelen aan?
Lees het artikel: Aansluiten en Aarden PV panelen in de nieuwe NEN1010
Geen producten